Archive for Uncategorized

Kamperen

Kamperen

 

Halverwege de jaren zestig komt, met de op­komst van de supermarkt, in-store marketing in zwang. Tot dan toe warden de Page celstofluiers en het Popla Maandverband uit­sluitend via de vakhandel (drogisterij) aan de man gebracht. Daarnaast brengen de groot­ winkelbedrijven de Gennepse producten uit onder eigen merk.

 

De nieuwe strategie, waarbij de nadruk van de verkoop van de merkproducten komt te liggen bij het grootwinkelbedrijf, met Albert Heijn en De Gruyter voorop, brengt Papierfa­briek Gennep in conflict met de Nederlandse drogisten. Dat conflict mondt zelfs uit in een – zij het korte – boycot van diezelfde Neder­landse drogisten.

 

De verkoop via de supermarkt vraagt om nieuwe technieken. Zoals bijvoorbeeld de winkel-displays die de zichzelf bedienende consumenten ertoe moeten verleiden om PAGE en Popla te kiezen in plaats van Edet, Linet of Molnlycke.

Die displays komen uit de metaalfabriek van de Drai (Apeldoorn) of de kartonfabriek van Van Meurs (Bussum).

 

De eerste grote vuurproef voor de nieuwe verkooporganisatie, opgezet door Van Dam die de naar Wit Lam ‘gedeserteerde’ ver­koopleider Van Doorn is opgevolgd, wordt de introductie van de drie soorten Page Luieret­tes, voorjaar 1968.

 

Besloten wordt om gebruik te maken van tij­delijke merchandisers voor het plaatsen van de displays. Die merchandisers komen van Manpower en krijgen van Page een Volkswa­genbusje voor het vervoer.

 

Het kost na afloop van de actie de lnkoop­ afdeling nog drie maanden om het laatste busje op te sporen. Één van de tijdelijke mer­chandisers blijkt zijn winkelvoorraad alop de eerste de beste dag te hebben gedumpt en gebruikt vanaf dat moment – samen met zijn­ gezin – het busje als camper op de Veluwe.

Loon of salaris?

Loon of salaris?


De Staf van N.V. Papierfabriek ontvangt een maandelijks salaris, het ‘gewone’ volk krijgt wekelijks loon. In de jaren vijftig en zestig werden zowel het salaris als het loon niet op bank- of girorekening gestort, maar per­soonlijk uitgereikt in het wekelijkse loon- of maandelijkse salariszakje. De salarisadministratie wordt gevoerd door de hoogste finan­ciële man, Herman Albers, Annie Nagels is verantwoordel ijk voor de loonadministratie. En zo staan de productiewerknemers we­ kelijks in de rij voor het loket van de boek­houding om het loonzakje te ontvangen, de inhoud na te tellen en vervolgens voor ont­vangst te tekenen.

Een van de manieren om in die dagen Annie Nagels op de kast te krijgen, is de verbaasde uitroep: ‘Hé, ik heb vijf cent te veel!’
Annie Nagels verschoot dan van kleur, want als dat waar is, moeten onverwijld alle uit­ gereikte zakjes weer ingenomen worden en stuk voor stuk worden nageteld !

Een van de best bewaarde geheimen in die jaren onder Rijssenbeek is overigens de hoogte van de salarissen van de stafleden. Herman Albers voert niet aIleen de salarisad­ ministratie, maar stopt het, nadat het door zoon Joop nageteld is, ook hoogstpersoonlijk het geld in de salariszakjes.

Wanneer hij een keer op betaaldag ziek is, wordt een van de medewerkers van de afde­llng Boekhouding bij zoon en latere opvolger Joop Albers geroepen. Hij moet het geld dat Joop heeft uitgeteld nogmaals natellen, v66r het in de zakjes gestopt kan warden .

Het netto bedrag staat met potlood op de achterkant van ieder envelopje geschreven. De zakjes liggen met de voorkant, waarop de salarisspecificatie en de naam van de ont­vanger staat te lezen, discreet naar bene­den, zodat de medewerker aIleen het bedrag kan natellen, zonder te weten voor wie dit salaris precies bestemd is!