De Staf van N.V. Papierfabriek ontvangt een maandelijks salaris, het ‘gewone’ volk krijgt wekelijks loon. In de jaren vijftig en zestig werden zowel het salaris als het loon niet op bank- of girorekening gestort, maar persoonlijk uitgereikt in het wekelijkse loon- of maandelijkse salariszakje. De salarisadministratie wordt gevoerd door de hoogste financiële man, Herman Albers, Annie Nagels is verantwoordel ijk voor de loonadministratie. En zo staan de productiewerknemers we kelijks in de rij voor het loket van de boekhouding om het loonzakje te ontvangen, de inhoud na te tellen en vervolgens voor ontvangst te tekenen.
Een van de manieren om in die dagen Annie Nagels op de kast te krijgen, is de verbaasde uitroep: ‘Hé, ik heb vijf cent te veel!’
Annie Nagels verschoot dan van kleur, want als dat waar is, moeten onverwijld alle uit gereikte zakjes weer ingenomen worden en stuk voor stuk worden nageteld !
Een van de best bewaarde geheimen in die jaren onder Rijssenbeek is overigens de hoogte van de salarissen van de stafleden. Herman Albers voert niet aIleen de salarisad ministratie, maar stopt het, nadat het door zoon Joop nageteld is, ook hoogstpersoonlijk het geld in de salariszakjes.
Wanneer hij een keer op betaaldag ziek is, wordt een van de medewerkers van de afdellng Boekhouding bij zoon en latere opvolger Joop Albers geroepen. Hij moet het geld dat Joop heeft uitgeteld nogmaals natellen, v66r het in de zakjes gestopt kan warden .
Het netto bedrag staat met potlood op de achterkant van ieder envelopje geschreven. De zakjes liggen met de voorkant, waarop de salarisspecificatie en de naam van de ontvanger staat te lezen, discreet naar beneden, zodat de medewerker aIleen het bedrag kan natellen, zonder te weten voor wie dit salaris precies bestemd is!